In gesprek | 2 oktober 2023 | 11 minuten
NCD ging in gesprek met Joris van Zoelen over zijn ervaringen als ondernemer, impactorganisaties en ‘business for good’ als de nieuwe norm. Joris is medeoprichter van coöperatie Synergie, strategisch adviesbureau voor impactorganisaties en zij die het willen worden.
Synergie bestaat nu bijna 30 jaar. Rond mijn 15e wist ik dat ik graag ondernemer wilde zijn. Dat had te maken met vrijheid en creërend vermogen. Zelf vormgeven waar ik mijn tijd en aandacht aan besteed. Hoe kan ik vanuit ondernemerschap een steentje bijdragen en voorzien in mijn eigen bestaan? Dat werd erg gevormd door mijn opvoeding. Mijn vader reisde de wereld rond om grote M&A Processen te begeleiden. Hierdoor kreeg ik een business invalshoek mee, mijn ouders hadden allebei meerdere bedrijven. Tegelijkertijd kreeg ik de idee mee dat je de idealen van mensen niet thuis hoeft te laten, maar dat je die mee kon nemen naar je werk.
Rond mijn 21e ben ik Synergie gestart, samen met een compagnon. Het is Synergie gaan heten, omdat we zagen dat veel consultancies erop uit zijn om meer voor zichzelf te krijgen dan beweging bij de ander te realiseren. Dat vonden wij vreemd. Achterhaal eerst wat de klant al weet en kan en voeg daarna waarde toe. Dan gebeurt er iets anders: dan kun je op elkaars schouders staan.
We zijn begonnen in het domein van marketing en communicatie. We hadden als missie om menswaardigheid in de economie te brengen, later werd dat ‘Business for Good’. In het begin waren het vrij opportunistische opdrachten die gingen over basale zaken, zoals ‘wie zijn we als organisatie?’ en ‘hoe brengen we dat over op onze medewerkers en klanten?’ In de opdrachten zat nog weinig ‘business for good’ gedachtegoed. De opdrachten zaten vaak op het gebied van brand building, merk of sales. Nadenken over ‘wat dragen we bij aan de wereld?’ was nog erg compact.
Deze opdrachten voerden we vaak wel uit. Dat leidde later tot onvrede over waar we onze tijd aan besteedden. Het was leuk werk, hard werken, maar allemaal voor de buitenkant van een organisatie.
Van twee kanten. Aan de ene kant was onze eigen onvrede een grote motiverende kracht. We waren goed in ons werk in het marketingdomein, maar dat was niet altijd vervullend. Dat was een drijvende kracht in onze transformatie naar ‘business for good’/impactorganisaties. Aan de andere kant zag je de opkomst van meer maatschappelijk bewust ondernemen. Dat inspireerde ons om de koers bij te stellen. Sinds 2009 zien we de opkomst van purpose denken. Dat heet nu impactondernemen.
We begonnen eerst zelf een andere vorm te geven aan ons bedrijf vanuit onze eigen onvrede. Vervolgens kwam de wind ook goed in de zeilen door meer maatschappelijke aandacht voor impact ondernemen.
De bewustwording van de omgeving is veel groter geworden. In het begin moest je het hebben van een aantal idealistische ondernemers, die ‘against all odds’ nadachten over ‘wie ben ik?’ en ‘waar wil ik aan werken?’. Daarna werd dat meer een afdeling, bijv. duurzaamheid of MVO. Of het was ondergebracht bij de afdeling marketing, corporate affairs of communicatie. De laatste 10 jaar zie je dat dit een directie-, boardroom-, en leiderschapsvraag geworden is. Dat is een grote beweging.
Tegelijkertijd hebben we een grote worsteling van veel ondernemingen gezien met vraagstukken als ‘wat is onze bestaansreden’, ‘hoe kunnen we bijdrage aan een betere wereld’ en ‘wat is onze identiteit’. De vragen die wij nu krijgen en die bedrijven zich stellen, zijn veel wezenlijker geworden. Een belangrijke stap in de vorming van Synergie, is de stap naar het concept ‘kompas’. Denk hierbij aan vragen als ‘waar werken we aan?’, ‘wat gebeurt er in onze omgeving?’, ‘wie zijn wij?’ en ‘welke impact willen we hebben?’
“Leiderschap eind jaren ’80 tot begin deze eeuw ging vooral over ‘zekerheid’. Een strakke koers die door het leiderschap met veel zekerheid werd gepresenteerd. De leider moest altijd het antwoord hebben. Eén van de grootste veranderingen die ik waargenomen heb is van ‘het geven van antwoorden’ naar ‘het stellen van vragen’,” vertelt Joris. Leiderschap dat met helderheid over de missie in staat is vooral ook nieuwsgierig te zijn, kwetsbaar durft te zijn en vragen durft te stellen.
Aanvankelijk hadden we voornamelijk een rol als adviseur, waarbij je ‘het moest weten’ en alles moest inzetten om te laten overkomen alsof je het wist. Dat sloot aan op die tijdgeest. We zijn geëvolueerd naar een situatie waarbij zowel Synergie als de klant het aanvankelijk ‘niet weten’. De vraag wordt dan hoe we gezamenlijk een route kunnen uitstippelen waarbij beide partijen kracht inbrengen om samen goede vragen op tafel te krijgen. Om vervolgens te kijken of we vermoedens van antwoorden hebben die we kunnen uitwerken. Onze kracht zit dan vooral in het al oneindig vaak herhaald hebben van dat proces en de kennis op het gebied van impactondernemen, verandering/ontwikkeling en schalen.
De rol van consultancy zoals wij het beoefenen is totaal veranderd. Van ‘het geven van antwoorden’ naar ‘het samen stellen van vragen en vormgeven van het proces om antwoorden te vinden, te testen en bij te stellen’.
“Onze rol verandert van inhoudsexpert naar procesexpert. Hierdoor ben je veel meer in staat een proces vorm te geven waarin vragen op tafel komen. Hierbij moet je ook wel op zoek naar antwoorden. Het kan zijn dat je een antwoord voor de komende week vindt. Sommige antwoorden zijn meer wensen voor de toekomst,” deelt Joris.
Samen formuleren waar je aan wilt werken en hoe dat eruit ziet in de toekomst is inspirerend. Dat is meer procesbegeleiding dan projectbegeleiding. Omdat we zoveel jaar ervaring hebben in ons werk, kunnen we soms ook in het vakdomein van onze klant veel waarde toevoegen. Ook in de cross-over tussen industrieën. Een dierentuin denkt misschien dat ze een heel ander model hebben dan een tandpastafabriek. Wij zien dat daar vaak veel vergelijkbare processen lopen. Er is oneindig veel van elkaar te leren.
Een organisatie is niets anders dan een groep mensen die samen iets wil. Als je elkaar vindt op een gedeeld doel en iedereen vanuit zijn/haar competentie kan bijdragen en groeien, dan ben je al ver. Je hebt dan nog structuur en proces nodig om gezamenlijk de gewenste resultaten te behalen.
Er is niks zo complex als een groep mensen samen laten werken, tegelijkertijd is er niets zo simpel. Visie, missie, waarden en strategie zijn daarin bouwstenen. Daaromheen hebben organisaties bewust en onbewust allerlei constructen gebouwd die soms helpen en soms in de weg staan. Het afbouwen van zaken die niet helpen en het opbouwen van zaken die wel helpen, dat is nog best wel eens lastig. Een deel van belemmerende factoren is mindset: mensen vinden het soms lastig om los te laten wat ze gisteren deden, omdat ze nog niet weten wat er morgen komt. Een succesvolle organisatie is zowel eenvoudig als complex.
Door de ‘Inspirerende 40’ hebben we geleerd wat de kracht van inspiratie is. De Inspirerende 40 is een onderzoek dat Synergie doet naar de meest inspirerende bedrijven voor Nederlanders. De inzichten uit het onderzoek zijn voor iedereen beschikbaar. Ze bieden handvatten om een organisatie in beweging te krijgen en te laten groeien. Dat begint bij het ‘aan’ zetten van de mensen. Als mensen werken vanuit inspiratie gebeurt er echt iets anders dan wanneer het simpelweg ‘moet’ van het management.
Dat is ook wat me raakt in het werk. Als ik met klanten werk en het lukt om het vuur weer aan te krijgen, je ziet mensen weer twinkelen en een defensieve houding loslaten, dan wordt er een gedeelde wil geactiveerd. Als mensen weer met haast ontembare zin samen werken aan een missie die er toe doet, hebben we al ontzettend veel bereikt.
Het aankrijgen van de gedeelde wil is belangrijk. We zijn een soort gymleraar. De kern van ons vak is bewegingskunde, het in beweging brengen van mensen. Processen en structuren zijn hulplijnen. De basis is dat we mensen zijn en een situatie zien die we willen oplossen. Daar bedenken we iets voor dat effectief is, een product, dienst of samenwerkingsvorm.
De kracht van onvrede speelt hier een grote rol. Op moment dat je onvoldoende helder hebt wat je urgent op te lossen hebt en geen helder beeld hebt wanneer dat gelukt is, dan verzandt het heel snel. Als je heel scherp hebt en ook diep voelt en doorleeft (ook in je processen en systemen) dat je een wereld wilt creëren die er nog niet is, ontstaat onvrede. Onvrede als motor van beweging. Elke dag dat je gewenste wereld nog niet waar is, is een dag dat het de moeite waard is om er volle bak voor te gaan.
In beweging blijven heeft vooral te maken met verbondenheid met het vraagstuk. Als het ‘gewoon werk’ voor je is, ben je er vrijdagmiddag om 16u wel klaar mee. Op moment dat je ziet dat waar je aan werkt, jou raakt en waardevol is voor je context, de wereld verder helpt, dan blijf je in de meeste gevallen in beweging.
Wij zijn intrinsiek gedreven om te zorgen dat ‘business for good’ de norm is. Dat is onze missie. We geloven dat Business de oplossing kan zijn voor de grote maatschappelijke vraagstukken en ook dat elke organisatie een impactbedrijf kan zijn.
Het aanzetten van mensen. We hebben veel ervaring met beweging en transformatie in alle industrieën. We brengen veel competentie op transformatiekracht. Tegelijkertijd durven we ook te zeggen dat we het niet weten, er is geen blueprint. We willen elkaar als Synergisten ook kunnen blijven bevragen. Er is geen enkel probleem dat maar één oplossingsrichting kent.
Ons businessmodel is gefundeerd in onze coöperatie. Geld verdienen is voor ons een middel. Natuurlijk worden we graag goed beloond voor ons werk. Maar, we besteden dat geld nét zo graag aan het onderzoek naar de Inspirerende 40, het impactevent Impact on the Beach (14 september Scheveningen) en de helft van ons rendement gaat via onze foundation naar maatschappelijke doelen.
Onze grootte. Omdat Synergie klein is, kennen we elkaar zo intens, dat we elkaar kunnen ‘meenemen’ in alle vraagstukken. We zijn gericht op meer impact, niet op meer massa. Synergie is een coöperatie met gedeeltelijk maatschappelijke winstbestemming. We zijn een B-Corp, volledig employee owned. We hebben geen aandeelhouders en geen hiërarchie in de organisatie. We hebben bijvoorbeeld een opzegtermijn van 1 seconde. We werken met onze klanten op basis van ‘goed gevoel garantie’. Dat betekent dat we risicodragend in alle projecten zitten.
De grootste stap is het creëren van een situatie waarin je als mens je hele zelf kunt meenemen naar je organisatie, binnen werkkaders uiteraard. Dat klinkt misschien heel zweverig, maar het is best bizar dat mensen op hun werk dingen doen die ze thuis nooit zouden doen. Daarmee ben je jezelf verloren. Helaas zijn er nog veel processen en systemen waarin mensen werken aan cijfers waar ze zelf niet achter staan. En werken aan maatregelen die niet passen bij hun persoonlijke waarden.
Je eigen idealen, waarden, zorgen en vragen die bij werk horen, meenemen in de werkcontext. Dat is de allergrootste stap op weg naar ‘business for good’ als de nieuwe norm. De meeste mensen deugen. Dus als mensen weer helemaal zichzelf kunnen meenemen, deugen businesses ook binnen de kortste keren.
De tweede laag: we moeten ons bewust worden van het feit dat we sinds de jaren ‘70 de sterke collectieve overtuiging hebben dat ‘wij werken voor de economie’ in plaats van ‘de economie werkt voor ons’. Denk ook aan alle systemen en processen die daaronder zitten. Het feit dat we de beurskoersen nog steeds als een van de belangrijkste nieuwsitems zien, dat we de broekriem moeten aantrekken om de economie te redden in plaats andersom, daar zitten nog grote systeemvragen waarin we met elkaar mogen veranderen.
De derde laag: we zijn onderdeel van internationale ketens. We richten ons meestal op datgene wat we zien, daar maken we ons zorgen over. Het is gebruikelijk om alles wat buiten scope is, buiten je gedachtelijn te laten. We leven in een tijd waarin dat niet meer kan. Als er kinderen in jouw keten werken, kun je er niet meer voor wegkijken. Bewustwording omzetten naar activatie is de derde belangrijke stap.
Joris: “Sartre heeft een bekende uitspraak ‘We weten het allemaal. Ben je actief of inactief, dat is de keuze.’ Aan jou als mens is de keuze, wil ik werken aan een organisatie die een constructieve bijdrage levert aan de wereld waarin ik mijn kinderen ook achterlaat.”