In gesprek | 26 februari 2019 | 6 minuten
Mart de Kruif was een eenzame man.
De voormalig NAVO-commandant én spreker op de Dag van het Commissariaat droeg de verantwoordelijkheid van duizenden militairen. ‘Ik kon alles delen met mijn staf, maar uiteindelijk is er maar één persoon verantwoordelijk. Jij. Dat is altijd eenzaam.’
Een militair zegt geen nee. Mart de Kruif evenmin. Ruim tien jaar geleden kreeg De Kruif het verzoek om 45.000 NAVO-militairen in Kandahar, het zuiden van Afghanistan, te leiden. Peter van Uhm, voormalig Commandant der Landstrijdkrachten, legde de immense verantwoordelijkheid van duizenden soldatenlevens op de schouders van De Kruif. ‘Je kunt de opdracht niet weigeren. Ja zeggen zit in de militaire cultuur. Het militaire beroep is het enige beroep waarbij je formeel niet kunt weigeren. Zelfs bij de politie, als het te gevaarlijk is, kun je zeggen dat je iets niet doet. Bij militairen doe je dat niet, vanwege onze beroepseer.’
Aanvankelijk had hij vragen over de keuze, vertelt hij in gesprek met Commissarissen.nl. ‘Waarom komt hij in godsnaam bij mij uit? Ik had het totaal niet verwacht. Kan ik dit wel, als professional? Het is een enorme impact. Niet alleen op mij, maar ook op mijn familie. Wat doe ik mijn familie aan? Want pa is twee jaar weg. Dat is iets anders dan een missie van zes maanden. Op het moment dat ik het wilde vragen, sneuvelde zijn zoon [Dennis van Uhm]. Hij zat bij mij in de eenheid. Dan stel je die vraag niet.’
De Kruif ging in op het verzoek van Van Uhm, maar belandde in Afghanistan in een hachelijke situatie. Weinig middelen, vastgezet op de eigen compound en uitsluitend reageren op de Taliban. ‘We waren aan het verliezen. De Amerikanen zaten op de verkeerde plek. De plek waar het echt gebeurde, zaten Britten, Canadezen en fucking Hollanders. De verkeerde plek met de verkeerde mensen. Dat trof ik daar aan.’
Een penibele situatie waarin iedere verkeerde beslissing mensenlevens kan kosten. In zijn boek Zandhappen schrijft de Dag van het Commissariaat-spreker over leven en dood, de loodzware verantwoordelijkheid van 45.000 NAVO-militairen en de eenzaamheid van leiderschap. Alles wat hij in gang zette, had bijna onmiddellijk een daadwerkelijk effect. ‘Militaire operaties is risico nemen. Als jij geen risico neemt en druk op de tegenstander zet, zet hij druk op jou. Het is net boksen: als je niet slaat, word je geslagen. Ik stuur mijn mensen naar onbekende gebieden waar we niet eerder waren. Dan weet je dat je mensen risico lopen. Ze komen niet allemaal terug, en dat is waarvoor jij tekent. Als je het niet doet, zijn de gevolgen waarschijnlijk erger. Dat is de bottomline van het militaire bestaan.’
De eeuwigdurende spanning tussen politiek en militaire praktijk is immer aanwezig. De Kruif voelt de (intern)nationale ogen in zijn rug prikken, terwijl hij verantwoordelijk blijft. ‘Dat is moeilijk, want je ziet dat de politiek geen risico wil nemen in militaire operaties. Als je het niet doet, leidt het waarschijnlijk tot meer slachtoffers. Je moet die druk wel maken. Je móet willen slaan. Politiek moet militairen de vrijheid geven om hun professie uit te oefenen. Het is echt een vak. Daar maak ik me zorgen om in Nederland. Jongens, waar bemoeien jullie je mee? Leiderschap is de kunst van het loslaten. Je beheerst niet alles. De politieke strijd is heel lastig, maar het is ook heel moeilijk om te tekenen voor een operatie waarvan er ongetwijfeld slachtoffers gaan vallen. Jij moet voor jezelf weten dat je het goede doet. Niemand anders kan voor jou die keuze maken. Uiteindelijk moet je jezelf aankijken. Kan ik dit voor mezelf verantwoorden? Dat is nooit een makkelijke afweging.’
De militair erkent dat leiderschap eenzaam is. ‘Dat noemen ze loneliness of command. Dat heeft te maken met verantwoordelijkheid. Iedereen in mijn staf leeft met mij en ik kon ook alles delen met mijn staf, maar uiteindelijk is er maar één persoon verantwoordelijk. Dat is die commandant. Jij bent verantwoordelijk. Dat is altijd eenzaam.’
De Kruif draagt de verantwoordelijk met de hulp van veel humor en een diep geloof. ‘Jeroen Pauw was in gesprek met de ouders van Jeroen Poortema, hij was door eigen vuur gedood in Afghanistan. Het gebied was weer in handen van de Taliban, dus het sneuvelen van die zoon was volgens Pauw zinloos. Daar heb ik nachten van wakker gelegen. Natuurlijk mag je die opmerking maken, maar er is een diepere laag van zingeving. Natuurlijk willen we iedere operatie succesvol en zonder verliezen uitvoeren, maar draai het eens om. Zou je alleen voor je principes durven opkomen als je zeker weet dat je wint? Of zijn principes soms ook tijdloos en prijsloos? Begrijp me niet verkeerd, militairen zijn geen verheven mensen, we zijn geen Nelson Mandela’s. Maar je kunt ook thuis op de bank blijven zitten. Dan gebeurt er niets.’
Ieder verloren mensenleven blijft een last op de schouders van de militair. De Kruif: ‘Hoe kun je uitleggen aan een moeder dat haar zoon in Afghanistan is gestorven? Ik heb daarna de families gesproken van mensen die onder mijn leiding gesneuveld zijn in Afghanistan. Ik heb nooit het gevoel dat iemand mij iets heeft verweten. Als die mensen al niet moeilijk erover doen, wie ben ik? Als het verliezen van soldaten jou geen pijn meer doet, moet je stoppen. Dan kun je die baan niet meer doen. Dan maak je de verkeerde afwegingen.’
De geboren leider bestaat volgens De Kruif niet. ‘Mensen zeggen weleens dat bijvoorbeeld Winston Churchill en George Patton geboren leiders zijn. Als je dieper in die levens duikt, is het ook allemaal fout. Er zit echt een laag onder. Wat is dan een geboren leider? Die bestaat niet. Ik geloof niet in voorbeelden. Iedereen zegt dat Patton een geweldig voorbeeld is, een fantastische generaal. Hij heeft 4.000 mensen opgeofferd in de herfst van 1944. Hij wilde een fort met 1.200 Duitse onderofficieren innemen. Ze hadden eromheen kunnen gaan, maar hij wilde per se dat fort innemen. Door zijn ego zijn duizenden Amerikaanse soldaten gesneuveld. Als je dieper in de geschiedenis van mensen duikt, vallen helden weg. Ik zou bijvoorbeeld Marco Kroon geen held willen noemen, maar ik ben wel heel stil van zijn professionaliteit. Maar Marco is geen ideale schoonzoon. Ben je dan een geboren leider? Een geboren leider mag geen fouten maken, moet alles goed doen. Wie nog het meest een geboren leider is, is Angela Merkel. Niemand ziet haar als een leider, maar zij zegt wel ‘Wir schaffen das’. Zij durft zoiets. Dat is toch een ander beeld dan Patton.’
De Kruijf heeft grote moeite met het verschijnsel ‘heldendom’. ‘Marco Kroon scheet ook in zijn broek van angst. Denk je niet dat hij doodsbang is geweest? Hij heeft zijn broek volgepist en is toch gegaan. Bizar om te denken dat mensen geen angsten hebben. Als je over helden praat, wat dacht je van mensen in de thuiszorg? Elke dag luiers verschonen en mensen verzorgen. Volgens mij barst het van de helden in deze wereld. Als mensen mij hun held noemen, moet ik altijd lachen. Je weet maar de helft. Scheid uit met die onzin. Ieder mens vecht met zijn falen.’
Voormalig commandant Mart de Kruif is één van de sprekers tijden de Dag van het Commissariaat. Andere sprekers zijn o.a. Margot Scheltema, Talitha Muusse (Blikverruimers) en Prinses Laurentien. Ook naar de Dag van het Commissariaat? Meld je snel aan.