Ondernemersvraag | 29 oktober 2025 | 4 minuten
Voor de waardebepaling van een onderneming kunnen verschillende methoden worden gebruikt die allemaal verschillende uitkomsten kunnen hebben.
De waardebepaling van een onderneming is daarom een subjectieve aangelegenheid. In de praktijk wordt vaak een combinatie van methoden gebruikt. Hieronder volgt een korte omschrijving van de verschillende methoden die gebruikt worden.
De liquidatiewaarde, ook wel directe opbrengstwaarde genoemd, is de netto-opbrengst die wordt verkregen bij verkoop van de bezittingen (activa) van de onderneming, verminderd met de schulden van de onderneming en de verkoopkosten. Deze netto-opbrengst is niet rechtstreeks af te leiden uit de balanswaarden. Sommige activa als octrooien, patenten, merknamen en human capital kunnen niet op de balans staan. De liquidatiewaarde is de absolute minimumprijs voor overname. Een lagere prijs zou betekenen dat het financieel gunstiger is om alle onderdelen afzonderlijk te verkopen en het bedrijf te beëindigen. Een voordeel van deze waarderingsmethode is dat deze waarde relatief eenvoudig en met grote mate van zekerheid is te bepalen. Als de onderneming echter wordt voortgezet dan is de liquidatiewaarde geen goede indicatie van de werkelijke waarde.
De intrinsieke waarde is in beginsel gelijk aan het eigen vermogen dat geacht wordt in de onderneming te zijn geïnvesteerd. De waarde wordt bepaald door de bezittingen van de onderneming te waarderen tegen de vervangingswaarden en hier de nominale waarde van de schulden van af te trekken. De bepaling van de intrinsieke waarde is slechts een momentopname, waarbij geen rekening wordt gehouden met redelijk voorzienbare of onvoorzienbare ontwikkelingen. De waardering geeft slechts boekhoudkundige informatie. Bij de verkoop van een onderneming wordt de intrinsieke waarde vaak als basis gebruikt voor de bepaling van de overnamesom, eventueel verhoogt met een bedrag aan goodwill. De goodwill geeft uitdrukking aan de overwinst, het verschil tussen boekhoudkundige winst (na rente en belasting) en de genormaliseerde winst (het gewenste rendement op eigen vermogen).
Bij de contante-waardemethode worden bepaalde financiële kengetallen contant gemaakt. De waarde van de onderneming kan aan de hand van twee verschillende manieren uitgerekend worden.
Bij gebruik van de rentabiliteitswaarde-methode wordt het te kopen bedrijf als een investeringsobject behandeld dat over een bepaalde dan wel oneindige periode aan een bepaalde rendementseis moet voldoen. De rentabiliteitswaarde is gebaseerd op de contante waarde van een gemiddeld haalbare nettowinst in de toekomst. Deze waarde wordt verkregen door het gemiddelde van de winsten uit de afgelopen drie tot 5 jaar na een eventuele correctie van incidentele baten en lasten uit te rekenen. Het voordeel van deze methode is dat deze toekomstgericht is en daarmee, in tegenstelling tot de intrinsieke waardebepaling, beter geschikt voor het waarderen van going concern ondernemingen. Het nadeel van deze manier van waardebepaling is echter dat door het gebruik van gemiddelden geen inzicht wordt verkregen in de eventuele voordelige of nadelige vermogensverhoudingen in de onderneming.
De indirecte opbrengstwaarde wordt verkregen door de verwachte netto-opbrengsten van de onderneming contant te maken met behulp van een disconteringsvoet die uitdrukking geeft aan de rendementseis. Hierbij wordt goodwill automatisch meegenomen in de uiteindelijke koopprijs.
De tweestapsmethode is interessant wanneer er bij de verkoop sprake is van een management buy-out, omdat vaak in de eerste jaren na de buy-out de gehele cash flow wordt besteed aan het betalen van rente en aflossing van de schuld. Bij deze methode wordt onderscheid gemaakt tussen twee geldstromen. Een onzekere stroom, die bestaat uit de opbrengsten uit de normale bedrijfsvoering, en een zekere stroom die bestaat uit de betalingen aan rente en aflossing. De waarde van de onderneming wordt via twee stappen bepaald. Eerst wordt de economische waarde van de activa bepaald door het bedrijfsresultaat (voor rente, na belasting) contant te maken met behulp van een gewogen gemiddelde van de vermogenskosten, waarbij rekening wordt gehouden met de door de koper gewenste vermogenssamenstelling van de over te nemen onderneming. Daarna wordt de economische waarde van de totale schulden bepaald door de rente- en aflossingsverplichtingen contant te maken tegen de heersende marktrente. Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele fiscale voor- en nadelen. De waarde van de onderneming kan daarna worden bepaald door de waarde van de activa te verminderen met de waarde van de schulden. Bij het verkregen bedrag kan tenslotte de waarde van zelfstandige vruchtdragers, zoals effecten opgeteld worden. Op deze manier worden de aanwezige financieringsmogelijkheden van de onderneming zelf meegewogen in de waarde van de onderneming. De tweestapsmethode lijkt in theorie een zeer goede oplossing voor de waardebepaling van een onderneming, maar het blijkt in de praktijk lang niet
De beurswaarde van een onderneming, ook wel marktwaarde of koerswaarde genoemd, wordt verkregen door de prijs van de aandelen van de onderneming die beleggers op de beurs betalen te vermeerderen met het aantal uitstaande aandelen. Voor verkopende aandeelhouders zal dit een minimumprijs zijn waartegen zij afstand willen doen van hun stukken. De koper kan daarboven een premie voor de aandelen betalen, die een vergoeding vormt voor het verwerven van een controlerend belang, de zogenoemde pakketvergoeding.
Deze manier van waarderen houdt geen rekening met toekomstige opbrengsten van de aandeelhouders, maar bestaat slechts uit een momentopname. Daarnaast is deze methode uiteraard onbruikbaar voor niet-beursgenoteerde ondernemingen.